Dit is het gevoel dat veel immunologen hebben bij een bijzondere afweercel. In het afweersysteem kennen je verschillende soorten cellen, waaronder B- en T-cellen. Immunologen herkennen B-cellen aan een specifiek eiwit op de oppervlakte genaamd CD20, terwijl T-cellen worden gekenmerkt door een ander eiwit genaamd CD3. Er blijken ook groepjes opvallende T-cellen te zijn die een beetje CD20 bij zich hebben maar geen B cel zijn! Deze CD20^dim T-cellen hebben een bijzonder talent om naar de hersenen te gaan, en zijn in grote aantallen terug te vinden in multiple sclerose (MS) ontstekingen in de hersenen.

Mensen met een progressieve MS worden behandeld met infusen ocrelizumab, een geneesmiddel dat alle CD20-positieve B-cellen opruimt. Wij vroegen ons af wat ocrelizumab met B- en CD20^dim T-cellen in het hersenvocht van mensen met progressieve MS doet.

Promovendi Fabiënne van Puijfelik, Katelijn Blok en Romy Klein Kranenbarg vonden dat een behandeling met ocrelizumab niet alleen de B-cellen uit het hersenvocht van mensen met progressieve MS doet verdwijnen, maar ook CD20^dim T-cellen. Dit is belangrijk, omdat niet alleen het verdwijnen van B-cellen, maar ook het remmen van het samenspel tussen deze CD20^dim T- en B-cellen belangrijk kan zijn voor de werking van ocrelizumab in progressieve MS. Daarnaast zou dit een manier kunnen zijn om uiteindelijke ophoping van CD20^dim T-cellen in de hersenen van mensen met MS tegen te gaan.

Deze bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Brain Communications. Het project werd mogelijk gemaakt door een ZonMw-Vidi onderzoeksbeurs, en subsidies van Stichting BeterKeten en het Nationaal MS Fonds. Bloed en hersenvocht werd onderzocht van deelnemers aan de SPIN-P studie, een studie naar primair progressieve MS.